Uitleg bij de Materiaalbases

Inhoud

  1. Korte gebruikershandleiding
  2. Over de materiaalbasis
  3. Bronnen
  4. De materiaalbases zelf: De woning, Vogels, Flora en Fauna & overige dieren

 


1. Korte gebruikershandleiding

NB. Om de opgaven correct op uw scherm te ontvangen, dient u in het bezit te zijn van de fontbibliotheek SIL Encore IPA 93 en deze te installeren op uw computer. Deze fontbibliotheek is gratis te downloaden op www.sil.org.

De materiaalbasis kan op twee manieren geraadpleegd worden. Op de eerste plaats kan men de materiaalbasis als een boek beschouwen en er doorheen bladeren. U kunt de tekst als het ware naast de woordenboekaflevering leggen om de globale omschrijvingen uit die aflevering te vergelijken met de exacte weergave van de materiaalbasis. De volgorde van de woordenboekartikels is in de materiaalbasis hetzelfde als in de woordenboekaflevering.

Op de tweede plaats kunt u de materiaalbasis ook als databank gebruiken en op verschillende wijzen zoeken:

Telkens worden de trefwoorden aan u gepresenteerd met hun exacte fonetische weergave, hun betekenis en hun plaatsaanduiding. Een vierkante haakje voor een opgave geeft aan dat de spelling van het dialectwoord is aangepast aan de spelling van het WBD. De resultaten worden in kolommen gepresenteerd; als u bladert zoals hierboven werd beschreven, worden dezelfde gegevens als lopende tekst aangeboden.

 


2. Over de materiaalbasis

De materiaalbasis is een lexicografisch bestand dat parallel loopt aan de woordenboekafleveringen van het derde deel van het WBD. In feite heeft de materiaalbasis van deel III hetzelfde uiterlijk als de afleveringen van deel I en deel II, maar heeft deel III als toemaat daarbij meer toegankelijke woordenboekafleveringen. De afleveringen beogen dus gebruiksvriendelijker te zijn dan de afleveringen van deel I en deel II. Die gebruiksvriendelijkheid gaat ten koste van de precisie, maar door deze materiaalbasis naast de afleveringen aan te bieden, blijven de exacte gegevens toch bewaard en raadpleegbaar. Alleen de woordenboekafleveringen van deel III verschijnen in druk, de materiaalbasis wordt niet in druk uitgegeven.

Een woordenboekartikel of lemma in het WBD bestaat uit de volgende onderdelen:

De fonetische documentatie per trefwoord wordt in de woordenboektekst in deel III vervangen door een impliciete verwijzing naar de klankgeografie van het WBD. In de materiaalbasis wordt echter, net als in de delen I en II, iedere lokale dialectvorm zo precies mogelijk weer gegeven. Dat resulteert vaak in een reeks fonetische varianten van eenzelfde trefwoord, gevolgd door de aanduiding via de plaatscodenummers van de plaatsen waarvoor deze fonetische variant werd opgegeven. In de woordenboekaflevering wordt bij woorden met een fonologisch regelmatig patroon in het Brabants impliciet verwezen naar het beschreven modelwoord in de klankgeografie. Uitzonderingen op en afwijkingen van de modelontwikkelingen in het Brabants worden wel in de woordenboektekst zelf vermeld als lexicale varianten. Zo wordt het trefwoord schrijver in het lemma over de geelgors niet van een lexicale variant schrèèver voorzien, want monoftongering van de -ij- is regelmatig, maar de ontronde variant griensel die in de Meierij naast groensel werd gegeven, is wel als lexicale variant opgenomen, omdat ontronding in dat gebied onregelmatig is.

De aanduiding van de geografische spreiding gebeurt in deel III door een benaderende omschrijving in plaats van door de opsomming van plaatscodenummers. De verspreiding van het trefwoord in kwestie wordt op een bondige, voor iedereen meteen begrijpbare wijze meegedeeld. De daarbij gehanteerde terminologie ter aanduiding van gebieden en regio's werd geijkt via een gebiedsindeling van het WBD-gebied (zie Belemans, Kruijsen en Van Keymeulen: http://fuzzy.arts.kuleuven.ac.be/rewo/; onder Dialectologie). De gedetailleerde gegevens over de geografische verspreiding via de plaatscodenummers zijn echter wel in de materiaalbasis opgenomen. Per fonetisch genoteerde informantenopgave is daar immers de plaatscode en de bronafkorting opgenomen.

 


3. Bronnen

Het materiaal dat verwerkt wordt in het WBD bestaat grotendeels uit dialectmateriaal dat ingezameld werd door middel van schriftelijke ondervraging. Naast de meer dan 120 specifiek voor het WBD ontworpen en verspreide vragenlijsten van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde, worden ook oudere en andere dialectenquêtes gebruikt.

N: Enquête van de Nijmeegse Centrale voor Dialect- en Naamkunde sinds 1960, uitgestuurd over Nederlands en Belgisch Limburg, Antwerpen en Vlaams Brabant, en Noord-Brabant. In 1997 verscheen vragenlijst 100 (er zijn ook een aantal met letters gemerkte lijsten uitgestuurd). 

ZND: De vragenlijsten van de Zuidnederlandse Dialectcentrale van de KU Leuven, uitgestuurd over Nederlandstalig België van 1922 tot 1958.

SGV: Vragenlijst uit 1914 van J. Schrijnen, J. van Ginneken en J. Verbeeten, o.m. verspreid in het oostelijk deel van Noord-Brabant.

RND: Reeks Nederlandse Dialectatlassen, 141 zinnen en vragen die zijn opgevraagd over het hele Nederlandse taalgebied. Het Brabantse materiaal werd verzameld in de periode van 1925 tot 1966.

DC: De vragenlijsten die oorspronkelijk door de Dialectencommissie der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen te Amsterdam en nu door het P.J. Meertens-Instituut worden verzonden vanaf 1931.

Lk: Zes vragenlijsten van de Université de Liège (1953-1956).

AG: Twee vragenlijsten van Kern en Te Winkel, vanwege het Aardrijkskundig Genootschap verspreid in resp. 1879 en 1895.

Willems: Vragenlijst van de Leuvense hoogleraar P.H.G. Willems, van 1885-1890 verspreid in o.m. Vlaams Brabant, Antwerpen en Noord-Brabant.

Roukens: Enquête van W. Roukens (vanaf 1923).

Van Ginneken NE: Enquête van J. van Ginneken in het weekblad De Nieuwe Eeuw (1925).

Baader: Vragenlijsten van Th. Baader, hoogleraar te Nijmegen van 1923-1944. Het Brabants materiaal is zeer schaars.

Beuken: Twee vragenlijsten van W. Beuken uit ca. 1925.

Van Gerwen: Enquête die werd gehouden door A. van Gerwen in 1934 o.m. in oostelijk Noord-Brabant.

Weijnen BN/EB: Enquêtes van A.A. Weijnen, gepubliceerd in de tijdschriften Brabantia Nostra en Edele Brabant (1938-1944) in Noord-Brabant.

G en WVD: Vragenlijsten van het Seminarie voor Vlaamse Dialektologie van de RU Gent (1958-1978), later van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten.

Daarnaast wordt ook dialectmateriaal geput uit monografische bronnen en ongepubliceerde bronnen. Iedere aflevering van het WBD bevat een overzicht van de bijkomende bronnen van deze aard, die voor de aflevering gebruikt werden. Vanaf deel III zullen ook een aantal lokale en regionale dialectwoordenboeken systematisch geëxcerpeerd en in het WBD mee verwerkt worden. De lijst van deze zogenaamde 'canonieke woordenboeken' kan per aflevering verschillen, omdat niet uit te sluiten valt dat er tijdens de jaren waarin de werkzaamheden aan deel III plaats hebben, nog belangrijke lokale bronnen bijkomen. Daarom zal ook de exhaustieve lijst van de 'canonieke woordenboeken' die gebruikt werden in iedere aflevering gepubliceerd worden. Hetzelfde geldt voor de derde categorie bronnen, die bestaat uit tijdschriftartikels met dialectwoordenlijstjes, ongepubliceerde woordenlijstjes enz. Deze bronnen zijn evenwel niet systematisch geëxcerpeerd, maar alleen aanvullend.

Hier volgen exhaustieve lijsten van de bronnen die zijn geraadpleegd voor afleveringen 4.1, 4.2 en 4.3 van het WBD:

 

Homepage van het WBD | Dialectologie-portaal van de KUN